1.12.11

EEN LETTER VAN BANKET

(geschreven voor de Kunstkamer, waar we met de Kopwit-dichters te gast waren op een sinterklaasavond)

Hoor ik me daar op zolder
als de kleintjes slapen
een letter van banket,
brengt ons vanavond een bezoek.
Ja, hij komt in donkere nachten
nu hij het weer zo lelijk vindt.
Ik zal eens even vragen naar zijn naam.

Stoute kinderen, zegt hij
rijd toch niet stilletjes
al heen en al weer
de hele, de hele wereld in.
Trek je beste tabberd aan
een bromtol met een zweep erbij,
wie stout is de roe,
ieder ongehoorzaam kind
breng ons vanavond een bezoek.

Want je weet wel, zegt hij
op de hoge, hoge daken
trekt hij met zich voort
al heen en al weer
voorzien van marsepein
speelgoed en prentenboekjes
het paardje zwaar beladen
en wij zingen en wij springen,
zo lekker en zo zoet
vol verwachting klopt ons hart
maar onder in die zak:
ieder ongehoorzaam kind
en zijn knecht staat te lachen.

No comments: