Er huist een stad in mij, waar ik torens
met molens in een rechte lijn zie staan,
de cirkel rond maak door de boog
van de brug te volgen, een beeld
boetseer van wolken die grond raken.
Door sloten tijd, over wallen van rust,
langs prikkeldraad van zekerheden
probeerde ik die plaats te leren kennen.
Ik heb de stad gezien, maar als door een
beslagen ruit. Buiten sta ik nu nog even
in schemering, jij schrijft binnen onder
een lamp en ziet ons (ik snap het niet)
tegen de regen verschijnen: er staat
een huis in mij, er huist een stad in jou.
Bij mijn afscheid als stadsdichter, opgedragen aan mijn opvolger Anna Wiersma
No comments:
Post a Comment