(voor de gemeente Arnhem schreef ik dit gedicht tijdens de eerste vergadering van de nieuwe cultuurcommissie, die onder voorzitterschap van Hans Esmeijer sprak over de cultuurnota Stroom)
Omdat het buiten al tijden regende, sloten we ons
op in een bunker van bestaande structuren, doelstellingen, formats en
subsidies. Zo snel mogelijk maakten we tafels van karton en spaanplaat om onze zekerheden
op neer te zetten.
We stelden ons daarna aan elkaar voor, maar omdat
het soms ook goed is om elkaar niet te kennen deden we geen moeite de twee Hansen uit elkaar te houden.
Daarna plakten we papier voor de ramen van gewapend
glas, zodat we de grote vergezichten niet hoefden te zien, en vulden de lege
lijsten aan de muur met zand.
We zakten lekker onderuit op ‘zekerheden van ons
allen’, ‘het kan niet zo zijn dat’, ‘kansen en draagvlak creëren’, ‘dat moet je
niet aan mij vragen’ en ‘zo kan ik nog wel even doorgaan’.
We leerden dat we soms twee keer moeten drukken om
ons doel te bereiken en noemden bedragen zo groot dat we ze nauwelijks voor de
poorten van de bunker weg konden slepen.
We praatten gereserveerde kwartieren vol en lieten
nota’s door onze handen gaan maar werden ongeduldig van al dit papier, en we dwaalden
af naar het zand in de lijsten, even leek het of we iets voelden stromen, en
toen de voorzitter vroeg of we het minutenlange filmpje van het jongetje dat
een broodje at nog een keer wilden zien, antwoordden we tot onze eigen
verbazing met 'ja', en keken we nog een keer, en nog een keer, en nog een keer, naar zijn gelukzalige glimlach.
Laten we nu we onze paraplu’s weer uitklappen
afspreken de volgende keer sloophamers en aanstekers mee te nemen om de tafels
in de fik te steken, de ramen van deze bunker weer om te draaien.
No comments:
Post a Comment